Programma

Zele heeft al decennia een veelkleurig politiek landschap. Kleine en grote partijen dingen er naar de gunst van de kiezer, elk met hun eigen accenten. Dit feest van de democratie heeft echter ook zijn nadelen: het inhoudelijke verhaal verdwijnt naar de achtergrond en een stabiele, krachtdadige meerderheid wordt moeilijk gevonden. Daarom besloten N-VA en Zele Vlakaf na intensieve gesprekken dat de raakvlakken op zowel inhoudelijk als persoonlijk vlak zo groot zijn, dat we samen naar de kiezer kunnen trekken.

N-VA en Zele Vlakaf zijn een aanbodpartij: we bieden de kiezer een duidelijke visie op Zele en hebben de ambitie om die visie ook om te zetten in het beleid. Zele Vlakaf slaagt daar momenteel al in door in de huidige meerderheid haar stempel te drukken. N-VA doet dit door op een constructieve manier oppositie te voeren en kan geregeld punten  agenderen en realiseren.

Het programma dat voor u ligt is de gezamenlijke visie waarmee we naar de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 trekken.

 

De rol van de gemeente

Zowel de Zelenaar als de Vlaamse overheid verwacht dat de gemeente op een efficiënte en klantgerichte manier werkt. Concreet realiseren we dit door de Zelenaar te confronteren met zo min mogelijk administratieve rompslomp, bv door afspraken te bundelen, administratieve lasten te beperken en geen informatie op te vragen die al ter beschikking is van de gemeente.

Tegenover vroeger wordt meer en meer verwacht dat de gemeente bestuurd wordt door een goede manager, en door gekwalificeerd personeel. Op dat vlak doen we het in Zele niet slecht: 62% van de Zelenaars is tevreden over de dienstverlening in de gemeente.

Om de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk te besteden, moeten de lokale besturen zich spaarzaam opstellen en duidelijk gefundeerde keuzes maken. De overheid kan niet alles op zich nemen of ondersteunen en kan ook niet iedereen subsidiëren. De overheid moet zich daarom op haar kerntaken focussen. Dit biedt ook de ruimte voor de gemeenschap om zelf initiatief en verantwoordelijkheid op te nemen.

  • We streven naar een afgeslankte overheid en voeren alle taken uit met voldoende gekwalificeerd personeel. Wanneer personeelsleden de organisatie verlaten, bijvoorbeeld omwille van pensionering of een vrijwillig vertrek, bekijken we of het noodzakelijk is om de functie opnieuw in te vullen met een nieuwe aanwerving. Criteria die we in deze evaluatie meenemen zijn de werklast en taakverdeling, maar zeker ook de prioriteiten voor het bestuur.
  • We analyseren bij elk project en elke dienst of we hiervoor het best onze eigen medewerkers inschakelen of de opdracht beter uitbesteden. Als lokale overheid hoeven we immers niet elke taak zelf in te vullen. Soms kan een project of dienst goedkoper uitgevoerd worden op de private markt of is daar meer expertise te vinden

Participatie

  • We leggen een deel van het budget als burgerbegroting voor de wijken. Binnen een vastgelegd kader zijn alle voorstellen die de wijk ten goede komen welkom. De gemeente geeft zo een duwtje in de rug geven van ondernemende bewoners.
  • Omdat democratie en inspraak basisrechten zijn van elke burger moeten we meer investeren in overleg: overleg met de buurt, de bewoners én met het middenveld. Inspraak en participatie bij de start van de besluitvorming moeten leiden tot de juiste keuzes en het creëren van een groter draagvlak.
  • We organiseren informatie- en participatiemomenten bij de start van grote projecten. Zo krijgen burgers tijdig de mogelijkheid om hun advies te geven en is de kans kleiner dat er later weerstand opduikt. Een ruime bekendmaking zorgt voor voldoende representativiteit.
  • Om bepaalde projecten een persoonlijke of lokale stempel te geven, schrijven we lokale ideeën- of ontwerpwedstrijden uit. Vanzelfsprekend legt het gemeentebestuur hier een kader vast waarbinnen men moet werken. We werken hier bij voorkeur samen met de bestaande buurt- en wijkwerkingen, maar stimuleren ook nieuwe samenwerkingen tussen de inwoners die een project willen lanceren.
  • Via de bestaande adviesraden, zoals de jeugdraad, cultuurraad, sportraad… houden we het contact met het verenigingsleven en behouden we transparantie over doelstellingen en budgetten. We erkennen de netwerkfunctie van adviesraden en gaan met hen in dialoog over ‘vrije tijd’ in de gemeente. Deze adviesraden hebben nood aan een herwaardering zodat ze dynamischer worden en we een groter draagvlak creëren voor de adviezen die ze formuleren.
  • We erkennen het toenemende belang van losse, tijdelijke structuren. Inwoners richten steeds vaker losse samenwerkingsverbanden op om een punt te realiseren. Nadien worden deze tijdelijke structuren weer ontbonden. Omdat zij een meerwaarde betekenen voor onze samenleving en zorgen voor meer cohesie, zoeken we naar manieren om hen een zekere erkenning te geven en er mee in dialoog te gaan. We treden op als netwerkondersteuner door verenigingen en initiatieven met de vaste (adviesraden) en losse structuren in contact te brengen.
  • We staan ook financieel open voor nieuwe initiatieven. Bijvoorbeeld door financiële middelen te verschuiven naar impulssubsidies waarmee we tijdelijke projecten kunnen ondersteunen. Dit voor zowel tijdelijke samenwerkingen tussen inwoners/verenigingen die een project willen realiseren als de ondersteuning van onze verenigingen/sporters die een internationaal project lopen hebben.
  • We werken administratieve rompslomp weg door de aanvraag- en inschrijfprocedures zo eenvoudig mogelijk te maken.
  • In subsidiereglementen koppelen we subsidies aan kwaliteit. We streven naar een uniform subsidiereglement voor verenigingen.
  • We ontwerpen een brochure ‘Eerste Hulp bij Bewonersinitiatieven’ met tips, informatie, stappenplannen enz. Bedoeling is om burgers te stimuleren om iets te doen voor de buurt, van een traditioneel straatfeest tot het uitgeven van een buurtkrant of het organiseren van fietspools.

 

Mobiliteit en Ruimtelijke ordening

Groene stroom: voor een betere mobiliteit in Zele

Zele Vlakaf lanceerde het idee van de “Groene Stroom” een totaalproject om de mobiliteit in Zele te verbeteren en het centrum aangenamer en groener te maken. Nu, zoveel jaar later, zal dit idee ook in de praktijk omgezet worden. Hoe? Daar is men op dit moment nog niet uit. Wij lanceren alvast onze visie.

Dat er iets moet veranderen staat vast. Uit een enquête blijkt dat 59% van de Zelenaars bijna dagelijks achter het stuur kruipt. Dit ook voor korte afstanden, aangezien 28% van hen ’s ochtends minder dan een kwartier onderweg is. Dit heeft gevolgen voor de veiligheid van de fietsers: slechts 36% van de inwoners is tevreden over de fiets- en voetpaden. 

  • De groene stroom moet de bereikbaarheid en de verkeersstromen in Zele centrum verbeteren. Om de groene stroom te realiseren, baseren we ons op de reële verkeersstromen en objectieve data. Het is immers de bedoeling om een plan uit te werken op lange termijn. Beslissingen worden opgevolgd en de gevolgen in kaart gebracht.
  • We draaien de verkeersstromen om in de Kouterstraat en de Driesstraat. We maken logische lussen met de zijstraten waarvan een deel eenrichtingsverkeer wordt. Op deze manier vermijden we dat het zwaar verkeer door het centrum rijdt en eerder zal kiezen voor de Keltenlaan om naar de E17 te rijden.
  • Het marktplein met zijn unieke kerk moet opnieuw het centrum van weleer worden waar de Zelenaar aangenaam kan vertoeven. Mooie overdekte en verwarmde terrassen, winkelen in een aantrekkelijke en groene omgeving zonder hierbij in te boeten aan parkeer- of fietsplaatsen, dát is wat de Zelenaar wil. Met de oprichting van een kiosk op het marktplein gaan we nog verder in het samenbrengen van de Zelenaar op en rond ons marktplein. Het ‘groene’ karakter zal gecreëerd worden door de aanplanting van bomen en bloemperken, het plaatsen van moderne bloembakken en het leggen van grasdallen op stroken waar er verkeer overrijdt.
  • Het nieuwe plan voorziet een asverschuiving van de huidige weg langs de kerk. De baan komt als dusdaning enkele meters dichter  bij de kerk te liggen waardoor de terrassen van de horecazaken zullen gescheiden worden van de baan door de aanplanting van de tweede groene flaneerzone. Ook zal er een efficiëntere inplanting zijn van de huidige 128 parkeerplaatsen (122 standaard plaatsen, 4 voor mindervaliden en 2 voor motoren) rond de kerk. Deze asverschuiving is cruciaal geweest in het hertekenen van dit nieuwe project, daar we in de huidige situatie te veel plaats verliezen met de inplanting van de parkeerplaatsen. Het aantal parkeerplaatsen op en rond het kerkplein alsook alle parkeerplaatsen rond het Fonteinhof en de Avil Geerincklaan blijft behouden.
  • We richten het Zandbergplein opnieuw in zodat het geen troosteloze vlakte meer is. Parkeren blijft belangrijk, maar het plein wordt verfraaid met groen, zitbanken, … We leggen twee straten aan langs de buitenkant in plaats van een straat die het plein door midden snijdt.
  • Het Koningin Astridplein aan het station van Zele richten we opnieuw in door er een MobiPunt van te maken. Dit is een fysieke, herkenbare plaats waar de verschillende mobiliteitsfuncties op buurtniveau samen worden gebracht: een halte voor openbaar vervoer wordt gecombineerd met een autodeelplaats, een fietsenstalling, lockers, … We rusten het uit met een postbus, een infobord, Wifi en/of andere diensten.
  • Het Park Peeters maken we meer open zodat sociale controle mogelijk is. We verfraaien het park ook. Het moet een aantrekkelijke, gezellige plaats zijn. We bekijken of we er dieren of een kinderboerderij kunnen plaatsen, meer speeltuigen voor kinderen, rustbanken en eventueel een terras…
  • Om er voor te zorgen dat Zelenaars in Zele gaan winkelen, is een goede bereikbaarheid cruciaal. Lokale handelaars moeten voldoende parkeerplaatsen, fietsenstallingen en een bushalte in de buurt hebben. Om dit te bereiken zorgen we voor een slimme differentiatie van parkeermogelijkheden in functie van wonen, werken en bezoeken. Het bestaande systeem van kort parkeren in de buurt van lokale handelaars zorgt voor een hoge rotatie van het verkeer.
  • Voor mensen met een verminderde mobiliteit, of een vlot gebruik van kinderwagens zijn er nog heel wat verbeteringsmogelijkheden. Voetpaden zijn vaak te smal, of in slechte staat om een vlotte doorgang te garanderen. We investeren eveneens in aangepaste stoepranden, oversteekplaatsen en bushaltes zodat iedereen vlot op zijn bestemming geraakt.
  • Door meer in te zetten op fietspaden, veilige oversteekplaatsen en aangepaste fietssnelwegen willen we de veiligheid en het comfort van de fietsers verhogen. Waar we voldoende ruimte hebben, richten we gescheiden fietspaden in, door het fietspad te scheiden van de straat met een haag of ander straatmeubilair. We zorgen ook voor meer overdekte – waar mogelijk beveiligde – fietsenstallingen zodat fietsers met een gerust hart hun fiets kunnen achterlaten.
  • Het gemeentepersoneel wordt gestimuleerd om de fiets te gebruiken. Bij de vernieuwing van het wagenpark kunnen bv. enkele auto’s van de gemeente worden vervangen door (elektrische) dienstfietsen, of doet men met de verschillende diensten aan autodelen.
  • We voeren een aangepast handhavingsbeleid. We controleren op snelheid, maar ook op foutparkeren. Parkeren op het voetpad of hinder aan de schoolpoort pakken we streng aan. Het GAS-reglement herzien we in functie van deze verkeershandhaving. Voor de controles maken we gebruik van de nieuwe ANPR camera’s zodat er snel en efficiënt kan ingegrepen worden bij problemen.
  • Door het plaatsen van intelligente verkeerslichten sturen we het verkeer. Mobiele flitspalen en dynamische verkeersborden moeten er voor zorgen dat de aangeduide snelheid gerespecteerd wordt. Zo plaatsen we in schoolomgevingen borden die enkel actief zijn tijdens de schooluren zodat iedereen effectief 30 km/u rijdt in een zone 30.
  • We ontmoedigen sluipverkeer. Dit doen we door in samenspraak met de bewoners de probleempunten vast te stellen en een oplossing op maat uit te werken. Daarnaast richten we een meldpunt op dat via verschillende kanalen bereikbaar is: de website, het gemeentehuis, maar ook via sociale media.
  • Waar ze nog bestaat, wordt de regeling voor beurtelings parkeren afgeschaft bij de herinrichting van de straten.

Aangenaam wonen in Zele

In Zele kost een huis gemiddeld 193.231 euro, dat is 37.022 euro minder dan het Oost-Vlaamse gemiddelde. De relatief goedkopere prijs voor een huis biedt opportuniteiten om jonge gezinnen naar Zele te lokken.

Naast jonge gezinnen is het belangrijk dat alle Zelenaars zich thuis voelen in de gemeente. In de dorpskern kunnen alternatieve woonvormen en gesloten bebouwing plaats bieden aan de toename van de eigen bevolking. Met voldoende lokale voorzieningen creëert men voldoende draagkracht voor een leefbare dorpsgemeenschap. We streven steeds naar een mix van leeftijden en sociale achtergrond om de sociale cohesie te verbeteren. En houden rekening met de verschillende gezinssamenstellingen.

  • Een kwaliteitsvolle en gezonde woning zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn. Een niet onbelangrijk deel van het woonpatrimonium kampt vandaag echter met ernstige problemen zoals vocht en schimmels, gebrekkige isolatie of geeft een verhoogd risico op CO-vergiftiging. Soms worden woningen zelfs ongeschikt of onbewoonbaar verklaard. Leegstand, verwaarlozing en verkrotting tasten de leefbaarheid en de veiligheid van een buurt grondig aan. Bovendien zorgt opzettelijke leegstand voor een beperking van het aanbod en dus ook voor hogere woningprijzen. Huisjesmelkerij, sluikstorten, overlast en vandalisme zorgen in bepaalde wijken voor onaanvaardbare leef- en woonsituaties.
  • Op strategische plaatsen halen we krotten van de markt door ze zelf op te kopen en te renoveren. De verfraaiing van de woningen gebeurt in samenwerking met technische scholen of met de VDAB, zodat ze ook deel uitmaken van een leertraject. Verkrotte woningen die op zeer zichtbare plaatsen staan en niet te renoveren zijn, kopen we op om ze vervolgens te slopen en opnieuw op de markt te brengen.
  • We voorkomen dat eengezinswoningen eindeloos worden opgedeeld – zo bewaken we ook de leefbaarheid. We treden proactief op tegen huisjesmelkers.
  • We volgen leegstaande en verwaarloosde woningen van nabij op en zetten de eigenaars aan om die woningen opnieuw op de markt te brengen. Hardleerse eigenaars die hun huizen niet aan de minimumnormen aanpassen, moeten de leegstandbelasting betalen. Dat geld gebruiken we om een positief beleid te voeren voor het renoveren van woningen.
  • Voor verkrotte panden waar – na het voorgaande – nog steeds geen initiatief van de eigenaar volgt, heeft de gemeente de mogelijkheid om via het sociaal beheerrecht de woning zelf te renoveren en te verhuren tot de gemaakte kosten terugverdiend zijn.
  • We voeren een strikte domiciliecontrole in. We vervolgen en bestraffen misbruiken.
  • Ouders die hun kinderen aan een bouwgrond willen helpen, ondersteunen we door oude verkavelingen aan de hedendaagse normen aan te passen. We onderzoeken waar we grote bouwpercelen kunnen opsplitsen, opdat inwonende kinderen of zorgbehoevende ouders er een betaalbare woning kunnen bouwen. We verhogen zo niet alleen de betaalbaarheid, maar verduurzamen ook de ruimte en het sociale weefsel.
  • Onze gemeentelijke woonzorgcentra zijn kwaliteitsvol en zoveel mogelijk zelfbedruipend. We ondersteunen mensen die het nodig hebben.
  • Sociale huisvesting moet met voorrang worden toegewezen aan de meest behoeftigen. Zoals bepaald in de regelgeving Sociale Huur, voorzien we hier in tijdelijke huurcontracten en een inkomenstoets.
  • We geven voorrang aan sociale huurders die al een binding met de gemeente hebben: wie er woont of werkt of van wie de kinderen in de gemeente schoollopen. Lokale binding zorgt voor een snellere en betere integratie en versterkt het maatschappelijk weefsel. Talrijke gemeenten hebben al ingezet op lokale toewijzingsreglementen waarin rekening wordt gehouden met de lokale binding van kandidaat-huurders. Men kan die binding vragen van huurders bij Sociale Huisvestingsmaatschappijen (SHM) maar ook van huurders bij Sociale Verhuurkantoren (SVK).
  • De Nederlandse taal wordt een bindende voorwaarde voor het verkrijgen van een sociale woning. Wie de taal niet machtig is, kan immers moeilijk communiceren met de buren, weet niet wanneer de vuilbakken buiten gezet moeten worden, enz. We verwachten dus dat de nodige inspanningen geleverd worden zodat iedere Zelenaar minstens een basiskennis van de Nederlandse taal heeft.
  • Zele heeft op één na het laagste gemiddelde inkomen in Oost-Vlaanderen. Om te vermijden dat we nog verder wegzakken is het belangrijk dat we een goede mix van gezinnen aantrekken. We ondersteunen de inwoners die het moeilijk hebben, maar zetten een stop op nieuwe sociale woningen om te vermijden dat we armoede importeren en het onze draagkracht te boven gaat.
  • Als gemeente stimuleren we gevelverfraaiing en investeren we mee in de openbare ruimte: een pleintje, een speelhoek, een buurthuis,… Via de één-loketfunctie helpt de gemeente om premies aan te vragen voor gezinnen die het nodig hebben.
  • We moedigen, onder bepaalde voorwaarden, renovaties aan, met premies of begeleiding bij kleine of energiebesparende werken.
  • Veel gemeenten in Vlaanderen hebben een tekort aan aangepaste woningen. Bij grotere bouwprojecten in het centrum vragen we – minimaal bij de gelijkvloerse wooneenheden – een toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers.
  • We beperken de administratieve rompslomp bij het aanvragen van een bouwvergunning en leggen geen verplichte stijl op aan wie een huis wil bouwen of verbouwen. Het bestaande regelgevend kader dat gaat over hoogte, diepte enz. blijft behouden om te vermijden dat er hoogbouw komt.

Lokale ondernemers en werk

De lokale ondernemers zijn het kloppende hart van onze gemeente: samen met het verenigingsleven zorgen zij er voor dat onze gemeente levendig blijft. Mensen doen een praatje met elkaar tijdens het winkelen, ontmoeten elkaar op een terrasje of gaan gezellig iets eten.

Door de groeiende concurrentie van online winkelen en winkelcentra, moet de gemeente zijn sturende rol opnemen om er voor te zorgen dat lokale ondernemers zo min mogelijk gemeentelijke administratieve rompslomp ondervinden. Daarnaast kunnen we een rol spelen bij het creëren van een goede bereikbaarheid en een aangename omgeving.

Zo helpen we niet enkel de lokale ondernemers, maar zorgen we mee voor werkgelegenheid, en maken we lokaal winkelen opnieuw aangenamer en gemakkelijker.

  • De Kouter was tot voor enkele jaren dé winkelstraat in Zele. Jammer genoeg komt er meer en meer leegstand, wat ook leidt tot verloedering en een verwaarloosde indruk. We willen de Kouter daarom als een totaalproject aanpakken: we gaan aan tafel zitten met alle eigenaars om te bekijken wat wij kunnen doen en wat de eigenaars bereid zijn om te doen.
  • We voeren eerst een marktonderzoek om te zien welke winkels we kunnen aantrekken, gevolgd door een marketingcampagne om die winkels ook effectief naar Zele te lokken.
  • We sporen eigenaars aan om de eerste drie jaar de huur lager te leggen voor startups, in ruil kunnen ze gebruik maken van verfraaiingspremies voor hun pand, bv om de gevel te verfraaien of om bepaalde renovatiewerken uit te voeren.
  • We hebben 1 ondernemersloket waar bedrijven en startups terecht kunnen met al hun vragen, de nodige documenten kunnen aanvragen en de nodige vergunningen kunnen bekomen
  • Ook het industrieterrein krijgt de nodige aandacht: we gaan met de betrokken bedrijven aan tafel zitten om verfraaiingswerken uit te voeren.
  • We richten 1 lokale ondernemersraad op die alle belangengroepen verenigt. De ondernemersraad treedt op als klankbord en strategische partner van de gemeente voor alle aspecten van het lokaal economisch beleid. In functie van concrete beleidsmaatregelen en/of -dossiers is er periodiek overleg tussen de gemeente en de betrokken economische actoren. Daarnaast organiseren we ook periodieke informatiemomenten om het beleid toe te lichten en knelpunten en/of ideeën te capteren.

Werk

  • Tewerkstelling is voor ons een hefboom voor sociale cohesie en maatschappelijke integratie. We zetten in op activering van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. We kiezen hierbij voor een evenwicht tussen rechten én plichten voor werkzoekenden. Werkzoekenden garanderen we het recht op begeleiding, opleiding en tijdelijke werkervaring in lokale tewerkstellingsprojecten. Tegelijk hebben werkzoekenden de plicht om positief in te gaan op een passend jobaanbod.
  • We bieden werkzoekenden vanaf de start van hun werkloosheid een intensieve begeleiding, door hen een opleiding of tijdelijke werkervaring aan te bieden. Met als finaliteit een succesvolle doorstroom naar het reguliere arbeidscircuit. Voldoende kennis van de Nederlandse taal is een vereiste voor een succesvolle intrede in de arbeidsmarkt.
  • We pakken hierdoor ook sociale (uitkerings-)fraude aan via een toetsing van de werkbereidheid (door VDAB, RVA en OCMW’s) en een controle van hun domicilie en gezinstoestand (door de lokale politie).
  • In het geïndividualiseerd project maatschappelijke integratie (GPMI) engageert de leeflooncliënt zich tot bepaalde acties zoals bijvoorbeeld gemeenschapsdienst, drugsbegeleiding, een taalcursus Nederlands,… om dichter tot de arbeidsmarkt te komen. We koppelen de nodige sancties aan de niet-naleving van deze afspraken.
  • Het organiseren van lokale jobbeurzen draagt bij tot het verhogen van lokale en/of streekgebonden tewerkstelling door vacatures bij de brede beroepsactieve bevolking bekend te maken. De gemeente kan de coördinatie op zich nemen door lokale werkgevers en potentiële werknemers met elkaar in contact te brengen. En de gemeente kan ook vacatures van lokale werkgevers op haar website en sociale media plaatsen om de zichtbaarheid ervan te verhogen.
  • Voor sommige mensen erkennen we de meerwaarde van een warme opvang binnen de sociale economie. We begeleiden hen naar de reeds bestaande tewerkstellingsinitiatieven.
  • We reserveren een deel van de volkstuintjes om moeilijk te activeren werklozen een zinvolle tijdsbesteding te bieden. Daarnaast leren ze nieuwe vaardigheden, brengen we structuur in hun dag en doen ze ervaring op die hen aan een volwaardige job kunnen helpen.

Welzijn en gezin

Zele is minder begoede gemeente met heel wat anderstaligen. Deze specifieke problematiek zorgt er voor dat we als lokale overheid heel wat moeten doen om de mensen te ondersteunen die het nodig hebben. Om mensen te behoeden voor nog meer problemen door preventief op te treden. En we moeten ook streng ingrijpen bij misbruiken zodat de ondersteuning terecht komt bij wie het écht nodig heeft.

10% van de inwoners heeft problemen om de rekeningen te betalen. 103 Zelenaars moeten rondkomen met een leefloon. We staan hiermee voorlaatste in de Oost-Vlaamse ranking.

Gezin

We voorzien in een register voor co-ouderschap. Hierdoor kunnen kinderen die regelmatig verblijven in Zele, maar gedomicilieerd zijn in een andere gemeente, toch genieten van het kortingstarief voor inwoners. Bv voor speelpleinwerking, verenigingen enz. die een voordeeltarief toekennen voor inwoners van Zele.

We voorzien luiertafels in alle openbare gebouwen, bij voorkeur in een neutrale ruimte en niet enkel op de damestoiletten.

Door het aanbieden van 1-euromaaltijden aan kinderen in armoede zorgen we er voor dat ook zij kunnen genieten van minstens één gezonde maaltijd per dag. We bekijken hoe we dit initiatief ruimer kunnen aanbieden en er voor kunnen zorgen dat het minder stigmatiserend wordt. We rekenen er op dat de scholen de bevoegde diensten signaleren dat er kinderen met lege brooddozen naar school komen.

 

Preventie

  • We richten een “Gezondheidspunt” op: dit is een plaats waar iedereen informatie kan vinden over de bestaande initiatieven in de gezondheidszorg, preventiecampagnes enz. door hier ook de info over geestelijke gezondheidszorg onder te brengen, verlagen we de drempel voor mensen die nood hebben aan hulp, want mentale problemen zitten jammer genoeg nog steeds in een taboesfeer.
  • We organiseren een reeks infosessies “train de trainer” om sportclubs, culturele verenigingen, jeugdbewegingen… te informeren over gezondheidsaspecten, om signalen te herkennen van grensoverschrijdend gedrag, … en hoe hier mee om te gaan.
  • De bestaande preventie-initiatieven van de Vlaamse Gemeenschap blijken niet altijd goed gekend bij het brede publiek. We ondersteunen de bestaande initiatieven zoals bijvoorbeeld de mammobiel, bloeddonatie, darmkankerscreening, …
  • Gemeentelijk personeel dat vaak in contact komt met risicogroepen kan er voor kiezen om gratis op het werk ingeënt te worden tegen de griep.
  • We promoten gezonde voeding in de kinderopvang, scholen, onze woonzorgcentra en via het OCMW. Daarnaast zorgen we ervoor dat onze diensten een voorbeeld geven op vlak van gezonde levensstijl.

 

Personen met een beperking

  • Iedereen moet op een onafhankelijke en gelijkwaardige manier gebruik kunnen maken van alle voorzieningen. Daarom streven we ‘integrale toegankelijkheid’ na. Dit betekent dat alle voorzieningen (gebouwen, diensten, de publieke ruimte) voor wonen, leven, werken, communicatie en informatie effectief bereikbaar, betreedbaar en bruikbaar zijn voor iedereen. We proberen personen met een beperking zoveel mogelijk te laten participeren aan het maatschappelijke leven.
  • Speelpleinen maken we ook toegankelijk voor kinderen met een beperking zodat zij optimaal kunnen genieten van hun kindertijd.
  • In ons cultuur- en sportaanbod voorzien we activiteiten aangepast aan personen met een beperking. We voorzien gereserveerde plaatsen voor personen met een beperking.
  • We werken een beleid uit rond de European Disability Card waardoor personen met een beperking zonder discussie ook kortingstarieven kunnen krijgen voor lokale diensten en evenementen.

 

Ouderenbeleid

  • We passen resoluut voor het negatieve beeld van ouderen als louter zorgbehoevenden. We vertrekken vanuit de mogelijkheden van ouderen en niet van wat ze niet meer kunnen. Ouderen willen een actieve rol spelen in onze maatschappij. Niet voor niets zetten senioren zich vaak in als vrijwilliger en/of nemen ze deel aan sociale of culturele activiteiten in onze gemeenten. We zetten dan ook in op actief ouder worden door vrijwilligerswerk te ondersteunen en – al dan niet in samenwerking met de lokale actoren – te voorzien in een waaier aan ontspannings- en ontplooiingsmogelijkheden.
  • Het verlies van een partner of naaste familieleden of vrienden, het minder goed te been zijn of andere ouderdomskwalen, kunnen ertoe leiden dat ouderen meer op zichzelf terugplooien. Ze nemen niet meer actief deel aan onze maatschappij, kampen met eenzaamheidsgevoelens of komen terecht in sociaal isolement. De gemeente speelt een belangrijke rol in het tijdig detecteren en ondersteunen van ouderen die (dreigen te) vereenzamen of sociaal geïsoleerd raken. Via een meldingspunt bij de gemeente of in de wijk, kunnen professionele hulpverleners maar ook buurtbewoners en mantelzorgers die aanvoelen of vaststellen dat iemand eenzaam is, dit melden.
  • De gemeente ontwikkelt samen met beroepskrachten, vrijwilligers en mantelzorgers een gezamenlijk visie omtrent de aanpak van vereenzaming en sociaal isolement. Huisbezoeken, telefooncirkels of een gezelschapsdienst zijn instrumenten om vereenzaming tegen te gaan en te detecteren.
  • We vinden het belangrijk dat iedereen zich thuis voelt in onze gemeente en willen mensen aanmoedigen om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen, mét de nodige zorg. We stimuleren “kotwonen”, kangoeroewoningen en andere nieuwe woonvormen.
  • Het is natuurlijk niet de bedoeling dat ouderen binnen de vier muren van hun (aangepaste) woning blijven, vandaar het belang om ook de omgeving af te stemmen op de noden van ouderen. We bekijken bv. hoe we voor vervoer kunnen zorgen zodat ouderen kunnen deelnemen aan de vele activiteiten die worden georganiseerd voor deze doelgroep.
  • Wanneer ouderen er voor kiezen om in een woon- en zorgcentrum of assistentiewoning te gaan wonen, moet er aandacht zijn voor een zinvolle dagbesteding en moeten er voldoende gemeenschappelijke ruimtes zijn om sociaal contact te promoten.

 

Armoedebeleid

  • We voeren een tweesporenbeleid op het vlak van armoedebestrijding. In de eerste plaats focussen we op preventie van armoede en het vroegtijdig detecteren zodat problemen niet groter worden. Daarnaast ondersteunen we via materiële hulp. Personen die aanspraak willen doen op bijkomende steun, stellen we bijkomende voorwaarden. Dit is nodig om misbruik te vermijden en te zorgen dat de middelen werkelijk terecht komen bij zij die ze écht nodig hebben.
  • We kiezen er bijvoorbeeld voor om bijkomende steun te geven in de vorm van maaltijdcheques, eerder dan in contant geld. Sociale voordelen worden zoveel mogelijk op basis van inkomen gegeven in plaats van statuut. Acties waarmee producten gratis worden aangeboden beroven op een manier de mensen van hun trots en eigenwaarde.
  • Het OCMW ziet vooral toe op de materiële hulpverlening voor de zwakste leden van onze samenleving om zo een verspilling van financiële middelen te vermijden. De gemeente vermijdt dus louter financiële bijdragen waar mogelijk.

Veiligheid

Straatraces, druggebruik, inbraken en diefstallen… zorgen voor een veiligheidsproblematiek en een onveiligheidsgevoel bij de burger. Het is tekenend dat Zele de enige gemeente is die, naast de grote steden, een steden die een deradicaliseringsambtenaar toegewezen kregen. Tot echte gevallen van radicalisering kwam het gelukkig tot noch toe niet, maar het preventieve werk van deze ambtenaar is broodnodig.

Er is dan ook nood aan een totaalaanpak om deze problemen in de kiem te smoren. Er moet zowel preventief als repressief opgetreden worden. De verschillende diensten moeten hiervoor samenwerken en een globaal veiligheidsplan opstellen.

  • De gemeente en de lokale politie moeten zelf actief inzetten op de preventie van criminaliteit, drugs en overlast. We geloven in een doordachte nultolerantie en een lik-op-stukbeleid via GAS om het gevoel van straffeloosheid en het gevoel van onveiligheid bij de burger aan te pakken.
  • De aanpak van druggebruik en het dealen van drugs worden een prioriteit voor de politie. We kampen hier, onder andere in de uitgaansbuurt, met een probleem dat zo snel mogelijk moet worden aangepakt zodat het duidelijk wordt dat er een nultolerantie heerst tegenover drugs in Zele.
  • Onze visie op drugs is duidelijk: drugsgebruik tolereren we niet. We moeten streven naar een drugsvrije samenleving en voorkomen is beter dan genezen. Een gedoogbeleid staat haaks op ontrading en verhindert een daadkrachtige aanpak. In veel gevallen leidt drugsgebruik bovendien tot overlast, geweld of crimineel gedrag.
  • We beschouwen drugsgebruikers niet als slachtoffer maar iemand die op weg moet worden geholpen naar een drugsvrij bestaan. Ze hebben het recht om geholpen te worden, maar ook de plicht om aan hun behandeling mee te werken.
  • We duiden een drugspreventiemedewerker aan. Die persoon zet educatieve en/of sensibiliseringsacties op voor jong en oud. Daarnaast kan de preventiemedewerker organisatoren van evenementen en uitbaters van horecazaken stimuleren om informatie ter beschikking te stellen over veilig en gezond uitgaan – ook inzake alcoholgebruik. Ook een cursus voor medewerkers van uitgaansplekken rond ‘Eerste Hulp Bij Drugsincidenten in het Uitgaansleven’ loont.
  • De wijkinspecteur is voor de inwoners het aanspreekpunt bij uitstek. Bij hem/haar kunnen ze terecht met hun vragen of ergernissen over de (veiligheids)problemen die ze ervaren. De politie moet in iedere wijk van de gemeente aanwezig zijn. De gemeente en de politie streven ernaar dat iedere burger zijn wijkinspecteur kent.
  • Een belangrijke doelgroep zijn de handelaars binnen een wijk of een gemeente. Voor handelaars kan men een zgn. BINZ oprichten. De aangesloten handelaars worden dan bij verdachte feiten (winkeldiefstal, inbraken, vandalisme,…) onmiddellijk via digitale weg verwittigd. Door affichecampagnes in winkels speelt het BINZ ook een belangrijke rol in sensibilisering en preventie.
  • We investeren zowel in mobiele bewakingscamera’s als vaste camera’s op risicovolle plaatsen zoals in een stationsbuurt, op afgelegen parkings of op plaatsen die geteisterd worden door sluikstorten. Camera’s hebben bovendien niet alleen een preventief karakter maar helpen ook om criminaliteit op te lossen.
  • We rusten onze politiewagens uit met slimme mobiele ANPR-camera’s. Die camera’s kunnen al rijdend nummerplaten registreren en via een rechtstreekse draadloze verbinding met verschillende databanken controleren of er sprake is van een overtreding. Dat geeft aan de politie de mogelijkheid om onmiddellijk te reageren op inbreuken zoals bv. het rijden zonder autoverzekering of met een vervallen keuringsbewijs. Ook geseinde voertuigen worden met dit type camera’s onderschept. Bovendien worden alle vaststellingen vanuit het voertuig ook meteen administratief afgehandeld.
  • We kopen een ‘mobile office’ aan, wat maakt dat politieagenten vanuit hun combi hetzelfde werk kunnen doen als op kantoor.
  • We kopen bodycams die politieambtenaren toelaten om mogelijks gevaarlijke situaties en interventies te filmen, bv. bij een huiszoeking door de lokale gerechtelijke politie, of door de interventiedienst bij concrete interventies. Bovendien kunnen de beelden achteraf ook als bewijsmateriaal dienen, wanneer er een klacht zou zijn omwille van buitensporig politiegeweld tijdens een interventie.
  • Sinds 2014 kan de gemeente ook alternatieve maatregelen als Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) opleggen. Zo’n alternatieve maatregel kan bestaan uit gemeenschapsdienst, in de vorm van een onbetaalde prestatie van maximum 30 uren voor meerderjarigen en 15 uren voor minderjarigen. Iemand die zich schuldig heeft gemaakt aan sluikstorten een dag laten meedraaien tijdens het ophalen van huisvuil is hier een schoolvoorbeeld van. Ook het verplicht volgen van een opleiding kan een alternatieve maatregel zijn – net als bemiddeling, waarbij de overtreder de mogelijkheid krijgt om de veroorzaakte schade te herstellen.
  • Een geïntegreerde aanpak op het terrein is cruciaal. Samenwerking tussen de verschillende diensten moet het uitvoeren van zogenaamde flexacties mogelijk maken. Naast de lokale politie en het parket kunnen ook bijzondere inspectiediensten hieraan deelnemen, zoals de inspectiediensten van de FOD Volksgezondheid, de FOD Economie, de Wooninspectie, de RSZ-inspectie, de Sociale Inspectie, het Federaal Voedselagentschap, de Dienst Vreemdelingenzaken.
  • We treden streng op tegen racen en agressief rijgedrag. De daders moeten een effectieve straf krijgen.
  • Gemeenschapswachten moeten ruimer worden ingezet, ook in de buitenwijken. Een belangrijke taak is het rapporteren van gebreken in het straatbeeld, (potentieel) gevaarlijke situaties, zwerfvuil, leegstand,… aan de bevoegde gemeentelijke diensten – en de opvolging daarvan. Verwaarlozing trekt verloedering aan. Tijdig ingrijpen is dus belangrijk.

Integratie

Zele kent een groot aantal anderstalige inwoners en inwoners van - voornamelijk - Turkse origine. Dit zorgt voor meer diversiteit en kleur in onze gemeente, maar brengt ook de nodige uitdagingen met zich mee. We reiken de hand aan de andere gemeenschappen en merken omgekeerd dat er verschillende initiatieven worden gestart om elkaar beter te leren kennen en de afstand tussen de verschillende bevolkingsgroepen te verkleinen. We verwachten van elkeen om met wederzijds respect onze waarden en normen hoog in het vaandel te dragen.

Voor ons speelt de kennis van de Nederlandse taal een cruciale rol: enkel door de taal te spreken kan je elkaar ook goed verstaan. De kennis van de Nederlandse taal is dé sleutel tot integratie in de samenleving. Het is een noodzakelijke voorwaarde én een middel tot participatie en emancipatie. We zetten daarom actief in op het voeren van een taalbeleid en op de lokale promotie van het Nederlands.

  • Als lokaal bestuur willen we ons steentje bijdragen tot een succesvol asiel- en migratiebeleid. Hierbij zijn we zacht voor zij die onze hulp echt nodig hebben. En hard voor zij die misbruik maken van onze lokale gastvrijheid.
  • Oefenkansen buiten de les helpen nieuwkomers. Op die manier kunnen ze de taal op een laagdrempelige en vrijblijvende manier verder inoefenen. Dat kan bijvoorbeeld via gesprekstafels of babbelcafés.
  • We stimuleren ook ontmoetingen tussen nieuwkomers en mensen die reeds goed vertrouwd zijn met het reilen en zeilen in onze gemeente. Die ontmoetingen werken niet alleen de taalervaring van nieuwe inwoners in de hand, maar verhogen ook hun sociale mobiliteit. We zorgen voor een doelgerichte promotie van deze activiteiten zodat we de juiste personen bereiken.
  • Vrijetijdsactiviteiten bieden de ideale gelegenheid om het Nederlands te oefenen en zich er op een laagdrempelige manier mee te integreren in de lokale gemeenschap. We verlagen dan ook de drempel voor zij die het Nederlands nog niet helemaal machtig zijn om toch te participeren. We gaan de segregatie tegen door in te zetten op gemeenschappelijke, gemengde activiteiten. Om deze informatie tot bij de juiste personen te krijgen, verhogen we de inspanningen van de gemeentediensten en werken we samen met andere verenigingen, bv door een infobrochure ter beschikking te stellen.
  • We dwingen het gebruik van het Nederlands af bij alle erkende verenigingen in Zele Vlaanderen. We stimuleren ook andere organisaties om het Nederlands te gebruiken.
  • Ontmoetingen die burgers in hun vrije tijd hebben gebruiken we om de lokale identiteit van onze gemeenschap te versterken.
  • De bibliotheek moet een belevingsplek zijn waar mensen kunnen studeren, ontmoeten, cultuur beleven ...
  • We ontwikkelen een taalkoffer die sterk inzet op taalstimulering voor kwetsbare gezinnen en de ouderlijke betrokkenheid vergroot. Studenten komen aan huis voor de naschoolse begeleiding en brengen zo de leescultuur letterlijk en figuurlijk in de huiskamer binnen. Dit sluit aan op de bestaande huiswerkbegeleiding.
  • Jonge en oude nieuwkomers willen we maximaal inschrijven in het lokale verenigingsleven. Lokale verenigingen zijn niet alleen een goede plek om Nederlands te leren, maar helpen nieuwkomers ook om sterke sociale contacten op te bouwen. Daarom moedigen we jongeren aan om actief deel te nemen aan buitenschoolse activiteiten.
  • Buitenlandse nieuwkomers zitten vaak in een benarde situatie. Om te vermijden dat ze slachtoffer worden van huisjesmelkers treden we proactief op. We waken erover dat iedereen correct is ingeschreven als inwoner. We voeren een correcte woonplaatscontrole uit. Op die manier zal het OCMW enkel een premie, subsidie of huurwaarborg uitbetalen wanneer er effectief een conformiteitsattest afgeleverd wordt. Woningen die niet voldoen aan de voorwaarden worden onbewoonbaar verklaard.
  • We reiken de hand naar de Turkse gemeenschap in Zele, maar verwachten ook de nodige inspanningen van hen. Een goede integratie zorgt immers voor meer begrip, verdraagzaamheid en minder spanningen.
  • De gemeente kan regelmatig een bijeenkomst organiseren met de verantwoordelijken van de moskee om te werken aan de lokale verankering en te peilen naar hun werking. Hier moet een wederzijdse open en proactieve communicatie het doel zijn.

Onderwijs

We hebben in Zele een degelijk gestructureerd onderwijs. Niettemin blijkt dat in het vierde leerjaar van het lager onderwijs kampt 15,5% van de kinderen met leerachterstand - dat is hoger dan het Vlaamse gemiddelde.

We voeren een flankerend onderwijsbeleid om deze achterstand weg te werken en kinderen alle kansen te bieden. We werken hiervoor constructief samen met andere lokale actoren zoals andere scholen en onderwijsverstrekkers, ouders, politiediensten, sociale diensten en huisartsen, kinderopvang, gemeentelijke diensten, …

Tal van initiatieven zijn mogelijk op het vlak van een flankerend onderwijsbeleid:

  • het inzetten op kinderopvang en kleuterparticipatie;
  • het inzetten op sport en cultuur;
  • het voeren van een spijbelbeleid en leerplichtcontrole;
  • het actief betrekken van de ouders bij de opleiding van hun kinderen;
  • het organiseren van huiswerkbegeleiding en opvoedingsondersteuning;
  • het aanpakken van alcoholaankoop en -gebruik van minderjarigen tijdens middagpauzes;
  • het leren van Nederlands aan ouders op de school van hun kinderen;
  • het inzetten op het gebruik van het Nederlands door de ouders in de buurt van de scholen.
  • Gebruik van het Nederlands tijdens de pauzes

 

  • We zetten volop in op de ‘multi-inzetbare school’ en geven dit concept een ruime(re) invulling. Het optimaal benutten van de schoolinfrastructuur is hierbij het vertrekpunt. Voor ons is dit niet alleen een kwestie van efficiëntie, maar ook van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Als kloppend hart van onze samenleving dragen scholen bij tot het versterken van het kostbare, sociale en lokale weefsel.
  • We pleiten ervoor om de beschikbare schoolinfrastructuur optimaal te benutten. Daarom willen we schoolgebouwen openstellen, ook buiten de schooluren en tijdens de vakanties, bijvoorbeeld voor sporten, speelpleinwerking. Ook het verenigingsleven, hobby-, amateur- andere verenigingen moeten er terecht kunnen.
  • Uiteraard staan we erop dat er goede, praktische afspraken met de scholen en de burgers gemaakt worden op vlak van kostprijs, toegang, verzekering, reglement, toezicht en onderhoud. De gemeente kan daarbij een coördinatierol opnemen. Door de nabijheid van de school hoeven ouders niet langer rond te rijden om hun kinderen van de ene activiteit naar de andere te brengen. Hun kinderen kunnen ook zelfstandig en veilig naar een activiteit trekken.
  • We voeren een actief taalbeleid Nederlands voor al onze inwoners. In dat opzicht kunnen we zelf laagdrempelige initiatieven nemen of leesbevorderingsprogramma’s ondersteunen. Zo zetten we in op het wegwerken en/of voorkomen van de taalachterstand Nederlands bij kinderen. We organiseren projecten zowel binnen als buiten de school zoals taalbaden Nederlands of een zomerschool tijdens de grote vakantie, zoals nu al aangeboden wordt door ROTZ.
  • Door binnen een bredere gezinsbegeleiding bij de kinderen thuis huiswerkbegeleiding te organiseren wordt de verantwoordelijkheid van de ouders niet weggenomen en worden ze gestimuleerd tot betrokkenheid. We spreken daarvoor instituten voor lerarenopleiding aan.
  • We spreken ouders aan op hun verantwoordelijkheid om hun kinderen regelmatig naar de kleuterschool te sturen. Hiervoor werken we actief samen met Kind & Gezin en met het ROTZ. Kleuterparticipatie kan immers helpen om school- en taalachterstand bij jonge kinderen tijdig op te lossen.
  • Om te kunnen werken aan maximale onderwijskansen voor alle kinderen moeten we inzetten op een sterk lokaal netwerk. Indien hier vraag naar is, kunnen we leerkrachten laten kennismaken met het lokale aanbod zoals diensten van het OCMW, centra voor gezinsondersteuning, buurtwerk, Huis van het Nederlands. Op die manier kunnen zij hun rol als doorverwijzer beter opnemen.
  • We zetten ons met de gemeente mee in voor een goed aanbod voor volwassenenopleiding zodat zij hun talenten kunnen ontdekken. Hierbij leggen we de nadruk op die talentontwikkeling die hen helpt bij het vinden of behouden van een job.
  • Een sleutel om volwaardig toegang te krijgen tot de maatschappij is de kennis van digitale toepassingen. We ondersteunen daarom initiatieven die bijdragen tot de digitalisering van alle inwoners, zoals bijvoorbeeld de organisatie van IT-lessen door een ouderraad voor ouders op school.

Vrije tijd

Het verenigingsleven is het kloppende hart van ons sociaal weefsel. Via een sterk verenigingsleven, een kwaliteitsvolle speelpleinwerking en sportkampen leren we jongeren competenties voor het leven aan. Denk bijvoorbeeld aan discipline, ondernemerschap en organisatievermogen.

Zele is een sportgemeente, een cultuurgemeente en beschikt over een uitgebreid gamma aan jeugdverenigingen.

 

Jeugd

  • We ondersteunen vrijwilligers en jeugdverenigingen maximaal door het er beschikking stellen van infrastructuur (lokalen, opslagplaatsen, …) en logistieke steun (spelmateriaal, tenten, vervoer, …) en hen opleiding en informatie te geven over het verantwoordelijk begeleiden en coachen van jongeren.
  • Jong, creatief en artistiek talent in onze lokale gemeenschap moet kunnen rekenen op kwaliteitsvolle infrastructuur en logistieke steun.
  • We reserveren de publieke ruimte voor jongeren. We houden hiermee rekening bij de (tijdelijke) inrichting van het publieke domein, bijvoorbeeld door de aanleg van speelstraten, speelbossen, trapveldjes, hinkelspelletjes, fitnesstoestellen …
  • We proberen verloren ruimte te recupereren om meer publieke beweegvriendelijke (of open) ruimte te creëren. Een braakliggend terrein kan een ideaal tijdelijk speel-grasveld zijn.
  • Via het verenigingsleven leren we jongeren competenties voor het leven aan. We ondersteunen verenigingen in hun expertise bij begeleiding van jongeren door hen de nodige informatie te leveren over hoe ze jongeren kunnen begeleiden zonder te betuttelen. Zo leren we onze jongeren discipline, ondernemerschap en organisatietalent aan.
  • We richten een spelotheek op waar we een ruim assortiment aan speelgoed voorzien voor iedereen die hier interesse in heeft, in het bijzonder voor mensen in armoede. Op die manier kunnen ook zij geregeld nieuw speelgoed aan hun kinderen geven.
  • We moedigen jongeren aan om actief deel te nemen aan buitenschoolse activiteiten. In het bijzonder voor jonge nieuwkomers vormen dergelijke initiatieven een uitstekende ontmoetingsplaats om sterke sociale contacten op te bouwen, onze taal te leren en onze samenleving te leren kennen.

 

Cultuur

  • Bibliotheken evolueren naar ontmoetingsplaatsen en kennis- en informatiecentra waar iedereen kan binnenlopen en gebruik maken van wat de bibliotheek te bieden heeft, fysiek en digitaal.
  • Het Henri Van Daelecentrum is een ontmoetingsplaats om te studeren, te lezen, te debatteren, cursussen te volgen, tentoonstellingen te bezichtigen, … De tentoonstellingen zijn echter niet altijd gekend bij het brede publiek, we proberen hier een grotere bekendheid aan te geven.
  • We maken van de bibliotheek een actieve partner wat betreft leesbevordering, (cultuur) informatieverspreiding en cultuurparticipatie.
  • De gemeente stimuleert en ondersteunt wijk-, buurt- en straatfeesten.
  • Het verenigingsleven wordt ondersteund met infrastructuur, logistieke steun, informatiedoorstroming via gemeentelijke kanalen, een gepaste subsidiëring en gratis advies inzake administratieve verplichtingen.
  • Gemeente en OCMW gaan actief op zoek naar vrijwilligers om hun werking te ondersteunen. Denk maar aan de vrijwilligers in een woonzorgcentrum, of de “propere pioniers” die zwerfvuil ruimen.
  • De gemeente herwaardeert de wekelijkse markt. Het aantal bezoekers en marktkramers verminderen jaar na jaar. Door gerichte initiatieven, bv af en toe een avondeditie, proberen we de markt weer aantrekkelijk te maken.
  • We treden op als katalysator van initiatieven en niet per se als trekker. Als ondersteuner en partner in plaats van als degene die alles tot in de puntjes bedenkt en uitwerkt. De burgers en hun verenigingen zijn zelf immers de beste en creatiefste producenten.

 

Sport

  • We richten een gebruikersraad op voor de nieuwe sporthal, inclusief voor de individuele sporters die nu vaak uit de boot vallen.
  • Zele is een sportgemeente. We moeten voor de nodige accommodatie voor alle Zeelse sporters. Om het aanbod van Zeelse sportclubs bekend te maken bij het brede publiek organiseren we demonstraties voor een brede doelgroep, niet enkel voor scholen.
  • We gaan in dialoog met de scholen om hen te stimuleren om sportdagen met Zeelse clubs te organiseren.
  • We werken aan een volwaardig aanbod om senioren meer te laten bewegen.
  • Naast de klassieke georganiseerde sportvormen die in sporthallen, zwembaden of op grasvelden worden beoefend, kent de licht-georganiseerde sport de laatste jaren een sterke groei. Ook voor die nieuwe sportvormen hebben we aandacht. Denk maar aan een verlichte Finse piste, parcours, skateterreinen, … of simpelweg het sport- en beweegvriendelijk inrichten van de openbare ruimte.

Een gezonde leefomgeving

Het belang van een groene en gezonde leefomgeving kan moeilijk onderschat worden. Als gemeente hebben we een voorbeeldfunctie in deze. We denken na over de meest duurzame oplossingen, stimuleren het personeel om milieuvriendelijke beslissingen te nemen en zetten de bevolking aan hetzelfde te doen.

  • We voeren een stimulerend fietsbeleid voor de eigen werknemers.
  • We zorgen voor nieuwe bosaanplantingen en groenschermen. Daarnaast ontwikkelen we ook in samenspraak met natuurorganisaties zoals Natuurpunt of vzw Durme bijkomende bospercelen op het grondgebied van de gemeente.
  • We stellen een bomen(beheers)plan op, om te zorgen voor een planmatige aanpak van de aanplant en het beheer van de gemeentelijke bomen. Zo zorgen we voor meer groen en voor een aangenamere, gezondere buurt.
  • We houden een actieve handhaving rond sluikstorten, met een strenge aanpak van de overtreders. We zetten mobiele of vaste camera’s in op probleemplaatsen, zoals bij glascontainers.
  • Zowel op project- als op gemeenteniveau voorzien we groene wiggen, ‘landschapsvingers’ – waarin trage verbindingen en doorsteken voor voetgangers en fietsers geïntegreerd worden. Een basis-natuurkwaliteit moet overal worden gegarandeerd, niet alleen in natuurgebied. Groene ruimte draagt bij tot de biodiversiteit en biedt plaats aan recreatie en sociaal contact.
  • De gemeente geeft het goede voorbeeld en richt de eigen instellingen en het openbaar domein klimaatrobuust in door o.a. het hergebruik van regenwater, de aanleg van parken en groenzones en het minimaliseren van verharding. De keuze voor waterdoorlatende materialen en inzetten op infiltratie moet wateroverlast voorkomen. We stimuleren groendaken en gevelgroen.
  • Bermen en plantsoenen worden aangeplant en ingezaaid met streekeigen planten en kruiden. Een aangepast maaibeheer en een doordachte, onderhoudsarme inrichting van wegkanten, plantsoenen, oevers, kerkhoven,… werkt kostenbesparend zodat meer middelen vrijkomen voor de natuur. Omdat er minder bestrijding nodig is en er minder vaak moet worden gemaaid, komt het ook de biodiversiteit ten goede. Zo krijgen meer planten en dieren een kans.
  • We nemen deel aan “De week van de bij” en streven naar de titel ‘Bijenvriendelijkste gemeente van Vlaanderen’.
  • We richten een energieloket op waar je terecht kan met alle vragen rond energiepremies, energierenovaties en het vinden van een nieuwe (goedkopere) energieleverancier, het aanvragen van een energielening, … Woon- en energieadvies worden zoveel mogelijk gebundeld en voorzien op één locatie.
  • Waar mogelijk maakt de gemeente zelf gebruik van duurzaam geproduceerde of gerecycleerde grondstoffen in haar administratie of bij de technische dienst. Lokale, korte voedselketens worden gestimuleerd – bijvoorbeeld via het OCMW of door in sociale restaurants te werken met lokaal geproduceerde voeding. Voedselverspilling wordt aangepakt in de eigen catering van de gemeente, en door handelaars en inwoners te sensibiliseren. Dit past in het kader van het reeds behaalde Fair Trade label.
  • We onderzoeken waar er in de gemeente nog plaats is voor een losloopweide voor honden.
  • We ondersteunen actief soortenbeschermingsinitiatieven.
  • We werken aan een betere luchtkwaliteit door zwaar verkeer uit de kern te weren en meer straten aantrekkelijk te maken om door te fietsen of wandelen en de auto aan kant te laten staan
  • We stellen de tuin van de dekenij open en stellen hem in verbinding met het park Peeters en de Markt.
  • We zoeken alternatieven voor verharding in de openbare ruimte (groene kerkhoven, parkeerterreinen, bermen, …), ook in dichter bebouwd gebied.
  • We zetten in op de uitbouw van een functioneel en recreatief netwerk van trage wegen, zowel in de woonwijken als in de open ruimte. Wandel- en fietswegen verbinden wijken en mensen. We geven speciale aandacht aan de veilige en autoluwe inrichting van schoolomgevingen.