Een knip? Geen geknipte oplossing voor Zele

Op 20 september 2021, over deze onderwerpen: Mobiliteit
Een knip? Geen geknipte oplossing voor Zele. Of waarom de manier waarop je winkelt ook politiek relevant is.

Na het werk snel naar de bakker en de apotheker. De kinderen afzetten en nadien de supermarkt binnen springen. Op weg naar het werk een broodje of slaatje gaan halen. Allemaal verplaatsingen die snelsnelsnel én zo efficiënt mogelijk moeten gebeuren.

Tijdens het weekend of op vakantie kuieren langs de winkels. Een koffietje gaan drinken. Op het gemak rondkijken. Genieten van een terrasje. Daarna nog iets gaan eten. Klinkt bekend?

Winkelen doen de meesten van ons afhankelijk van de tijd die ze hebben. Soms is het leven hectisch, dan weer kan je genieten van de kleine momenten. Ook het vervoermiddel dat we daarvoor gebruiken hangt af van de omstandigheden. Op de ene moment nemen we de fiets, het andere moment de auto. Wanneer alles efficiënt en functioneel moet gaan, zijn we geneigd snel in de auto te springen om te ‘runshoppen’. Op andere momenten genieten we van het fietsritje, gevolgd door het ‘funshoppen’.
 

350 leegstaande handelspanden in Zele.

De laatste jaren daalde het aantal leegstaande handelspanden licht. Van 361 in 2019, naar 350 in 2021. Een trend die opvalt in onze winkelstraten en rond de markt. Toffe nieuwe winkels en horecazaken zagen de voorbije jaren het licht. En konden meteen ook een enthousiast publiek aantrekken. Wanneer zij minder bereikbaar worden, voelen ze dat meteen.

Pierre-Alexandre Billiet, retailexpert en docent aan de Solvay Business School was deze week duidelijk in Knack: de auto is in stadscentra steeds minder welkom. Om dure huurprijzen te kunnen betalen heeft een winkel een doelpubliek nodig dat veel ruimer is dan het lokale publiek. Winkels zullen zich daarom meer in de rand vestigen.

Wat voor een stad geldt, is voor een gemeente als Zele zeker het geval. Ons aanbod is veel beperkter, je zal dus minder geneigd zijn om een dagje te gaan winkelen en je auto daarvoor achter te laten op een randparking.
 

Doordacht en-en-verhaal.

Moeten we meer nadenken over de manier waarop we ons verplaatsen? Absoluut!

Moeten we onze weginfrastructuur beter inrichten zodat er meer ruimte is voor zwakke weggebruikers zoals fietsers, voetgangers en steppers? Uiteraard!

Maar we moeten er ook rekening mee houden dat we de functionele verplaatsingen niet uit het oog verliezen. Dat er voldoende (kort)parkeerplaatsen overblijven zodat een snelle stop mogelijk blijft. Want een groot deel van onze handelaars overleven dankzij de runshoppers. Wanneer zij niet meer bereikbaar zijn, gaan de klanten elders hun inkopen doen.

Denk aan een apotheker, bakker of krantenwinkel. Er zijn voldoende alternatieven, met parkeerplaatsen voor de deur. Of de vele baanwinkels in Dendermonde en Lokeren, waar je alles dicht bij elkaar vindt. Het zijn zij die winnen bij de vele knips in het centrum. Niet de handelaar die minder bereikbaar wordt.

We pleiten daarom voor heringerichte straten, met meer groen en fietsvoorzieningen. Maar met een vlot bereikbaar centrum. Logische lussen met enkele richting moet de druk op bepaalde straten verlichten. Maar de vele knips? Die zijn niet de geknipte oplossing!

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is